Cilento in de media
De Cilento is de groene long van Zuid-Italië
We lieten u recent al een paar keer weten dat Zuid-Italië absoluut de moeite van het ontdekken waard is. Eén van de streken die maar weinig Nederlanders kennen is de Cilento, net onder Napels. Groningse kunstschilder Ger Eikendal verpandde zijn hart aan dit gebied, kocht er samen met zijn vrouw Carmen een huis en was voordat hij het wist reisondernemer en makelaar. Il Giornale sprak hem over zijn liefde voor dit zo authentieke stukje Italië.
“Italië heeft ons altijd bijzonder getrokken. Na meer dan dertig jaar onze vakantie in Scario (Cilento) te hebben doorgebracht, hebben wij in 2001 een jarenlange droom gerealiseerd: een eigen huis in Zuid-Italië. Casa Valle delle Querce is een oud gerestaureerd huis aan de rand van het middeleeuwse bergdorp San Giovanni a Piro. De aankoop van Valle delle Querce bleek een zodanig goede beslissing te zijn geweest, dat wij in 2006 ons tweede huis, Valle degli Olivi, hebben laten bouwen, even buiten het dorpje Roccagloriosa”
Eén van de mooiste kusten van Italië
De huizen van Ger en zijn vrouw Carmen liggen in het Parco Nazionale del Cilento e Vallo di Diano, dat is één van de grootste Nationale Parken van Europa en het staat sinds 1998 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO vanwege zijn authenticiteit en de schitterende natuur.
Klik hier voor meer informatie
Il Cilento
Klik op de afbeelding om het hele artikel te te lezen:
Droomhuis in Italië
Klik op de afbeelding om het hele artikel te te lezen:
Artikel Volkskrant uit 2009
Volkskrant 17 jan, 2009
VAKANTIEBEURS 2009
De hele wereld bijeen in negen volle hallen: dat is de vakantiebeurs in Utrecht. Daar sta je dan na een dag slenteren dan met een tas volfolders. Wat nu?
Volkskrant Reizen helpt een handje.
OP DE GROENE TONG
Italianen verafgoden kinderen, dus waar ga ik naartoe met een kind van drie en een baby van een paar maanden? Juist naar Italië! Maar dan zonder drukte van een kinderparadijs aan de kust. Liever gaan we op zoek naar rust, naar “il dolce far niete” (het zoete niets doen)
Dankzij een gouden tip van zus en zwager weet ik waar ik moet zijn: het natuur bied de Cilento, Zuid-Italië.
Op twee uur rijden van Napels ligt het nationaal park van Cilento dat nog niet is ontdekt. Inwoners van de Cilento noemen het park ook wel “de groene tong” van Italië. Wandelen kan tussen de geiten en de schapen.
Verwacht geen keurige wandelpaden, het zijn veelal oude muildierroutes.
Behalve de grote stad Salerno zijn er vissersdorpen.
Marina di Camerota is zo’n dorp met weinig buitenlandse toeristen. Er komen vooral Italianen uit Napels. Het beste en het leukste is bij één van de lokale eigenaren een huisje huren. Bijvoorbeeld Villino Troccili. Op zoek naar authentiek? Dan zit je hier goed.
Dagelijks komt uit de bergen een oude boer op zijn ezeltje naar de haven met twee manden verse kruiden en citroenen.
Marina di Camerota heeft schitterende zand en kiezelstranden. De zee is lekker diep zodat je geen kwartier hoeft te lopen totdat het water tot je middel reikt. Voor de grote stranden moet je betalen maar dan heb je wel beden en parasols. Je kunt ook met een bootje langs de kust naar kleinere stranden. Al varend ga je de grotten in, die allemaal een bepaalde vorm en toepasselijke naam hebben. Zo is er een grot die uitgehouwen lijkt in de vorm van een stier met de naam ”Grotta del Toro”.
Verse visvangst: eten in restaurants is lekker en betaalbaar. Advies: pasop voor de tijgermug!
Jady Petrovic
Artikel AD.nl 2008
vrijdag 25 juli 2008
Terra di Cilento: uit & thuis
[EUROPA] Tips en informatie voor een vakantiereis naar de streek Terra di Cilento ten zuiden van Napels.
HOE KOM JE ER?
- Transavia.com biedt goedkope vluchten van Schiphol naar Napels, de toegangspoort tot de Cilento. Dat kan vanaf zo’n €150 voor een retourvlucht, inclusief belastingen.
- Rijden kan natuurlijk ook, hoewel 1800 kilometer een lange zit is.
AUTO HUREN
- AD Reiswereld huurde een auto bij Sunny Cars, dat tarieven biedt zonder eigen risico en inclusief kilometers en alle belastingen. De auto kan worden opgehaald op de luchthaven.
- Een kleine huurauto kost zo’n €220 per week.
OVERNACHTEN
- In de Cilento zijn vooral hotels aan de kust. In juli en zeker in augustus zijn de zandstranden populair bij Italianen. Daarvoor en daarna keert de absolute rust terug en zijn er voldoende bedden beschikbaar.
- In de kleine dorpen in het binnenland is het aanbod zeer beperkt en ben je meestal aangewezen op de agriturismo’s. Het niveau wisselt van eenvoudig tot prachtige kamers in sfeervolle oude huizen. Kijk op http://www.agriturismo.com/ (klik op ‘Campania’ en vervolgens ‘Salerno’).
- Luxueuze opties: Palazzo Belmonte in Santa Maria aan de kust (tweepersoonkamers vanaf €180) en Sant’Agata nabij Palinuro (tweepersoonskamers vanaf €90).
- Ook bijzonder: Villa Poggio al Sole, een huis dat door zeven Nederlanders werd gekocht en nu deels door hen wordt bewoond, maar ook wordt verhuurd. Het ligt met waanzinnig mooi uitzicht tussen Santa Maria en Castellabate.
LEZEN
- De beste reisgids voor de regio is de Reise Know-How Golf von Neapel, Kampanien, Cilento. Hij is er helaas alleen in het Duits. Bestellen via http://www.amazon.de/. Prijs: €19,90.
- Van dezelfde auteur, Peter Amann, is er ook een gidsje met wandel- en fietsroutes: Cilento Aktiv. Prijs: €9,95. Met dit gidsje valt er nog meer te ontdekken, zoals rotskapelletjes, afgelegen vuurtorens, nauwelijks bereikbare baaien en authentieke dorpjes.
MEER INFORMATIE
- http://www.eptsalerno.it/ (tel. 0039 089231432) biedt informatie over de stad Salerno en de provincie waartoe Cilento hoort.
- http://www.turismoregionecampania.it/ (verlopen link) is een uitstekende site met veel informatie over de hele provincie Campania, waaronder de Cilento. In diverse talen.
- In Nederland kun je ook terecht bij het Italiaans Verkeersbureau, in Amsterdam: tel. 020 6168344.
Artikel AD.nl 2008
vrijdag 25 juli 2008
Italië op z’n Italiaanst: volmaakte rust
Door HANS AVONTUUR
[EUROPA] Waar de standaard toeristenkaart van Italië ophoudt, begint het voor de ware fijnproever pas. Maak kennis met een vergeten rust. Italië op z’n Italiaanst.
Vanuit het dorpsplein van Santa Maria di Castellabate pantoffel je zó naar zee.
FOTO HANS AVONTUUR
Het strand van Santa Maria di Castellabate is leeg. Het water van de Middellandse Zee kabbelt af en aan.
In de verte vaart een vissersboot door de horizon en aan de voeten van het ligbed, net boven de waterspiegel, breken kleine golfjes op de resten van een Romeinse havenmuur.
Niemand heeft aandacht voor dit archeologisch pareltje. De culturele rondreizen die Rome, Pompeii en de Vesuvius aandoen, stoppen dertig kilometer noordelijker. Daar, in Paestum, staan de tempels nog recht overeind.
Paestum is de grens van standaard-Italië. Avontuurlijker moet het niet worden. De touringcars vol Aziaten en Amerikanen zitten niet te wachten op authentiek Italië. De zwerfhonden die rond de opgravingen scharrelen, zijn al spannend genoeg: ‘Niet aardig tegen praten, níet doen. Je zou er nog een ziekte van oplopen.’ Nooit geweten dat ziektes vocaal overdraagbaar zijn, maar vooruit, de angst voor het onbekende houdt de Cilento zo fijn in de luwte van het grote toerisme.
Hmmmm, nog even lekker achterover in de ochtendzon. Links staan de dennenbomen van de schilderachtige Punta Licosa tot in het water, rechtsboven lijkt Castellabate als een zwaluwnest tegen de heuveltop geplakt. Het is zo’n dorp dat moedig stand houdt tegen het verval en waar bezoekers met nieuwsgierige ogen worden gevolgd. Een enkele keer wordt er zelfs in de arm geknepen om te kijken hoe een vreemdeling voelt.
Het grootste probleem van deze ochtend in Santa Maria is het oplossen van een dilemma: zwemmen of eerst nog een hoofdstuk lezen? Of toch maar een rondje door het veelbelovende achterland? Vandaag wint de laatste optie en voert smal asfalt door een landschap uit een vergeeld fotoboek.
De regio heeft zo lang geïsoleerd gelegen, dat de universiteit van Napels er onderzoek doet naar erfelijke ziektes. Negen dorpen vormen er een soort genetisch park, omdat de genen van de bewoners van een relatief gering aantal voorouders komen.
Natuurlijk, tijden zijn veranderd en karrensporen en ezelpaadjes zijn vervangen door wegen met officiële nummers. Maar nog altijd geeft het hart van de Cilento zijn geheimen niet zomaar prijs. Borden wijzen weliswaar de weg, alleen staan ze er vooral als je ze niet nodig hebt en ontbreken ze zodra een beetje hulp wél handig zou zijn.
Het doolhof van weggetjes voert uiteindelijk per toeval naar Vatolla, een dorp dat je nooit zelf zou uitkiezen. Daar is namelijk geen reden voor. Er is niks te zien. Dat wil zeggen, niets dat de boeken over Italiaanse kunst, cultuur of bezienswaardigheden heeft gehaald. Toch heeft hier in de 17de eeuw even een filosoof gewoond. Maar alleen als u een hartstochtelijke fan bent van deze Giambattista Vico doet het er mogelijk toe.
Bij gebrek aan grote attracties zijn dorpen als Vatolla met rust gelaten door cultuurbewakers én het massatoerisme. Het maakt eigenlijk niet eens zoveel uit welk dorp je kiest, Vatolla, Rodio, San Severino… Auto aan de kant en dolen door stoffige straatjes. Vaak met prachtig uitzicht op de omliggende heuvels, waar de beste wijn, olijfolie en geitenkaas wordt gemaakt. Met dank aan de slowfood-beweging krijgen deze producten langzaam maar zeker de waardering terug die ze jaren geleden zijn kwijtgeraakt.
Vatolla was een tussenstop tijdens een rit door de beschermde natuur van de Cilento. Een voltreffer. Goed, de vloerbedekking van de smalle straatjes kreeg net een opknapbeurt, maar verder is er weinig gerenoveerd. De eeuwen staan in de ongepolijste gevels geschreven. Net als de bewogen levens in de gezichten van de oude mannen bij het Palazzo de Vargas.
Voor de goede orde: het palazzo is geen paleis, maar een groot vooraanstaand huis op de schaal van Vatolla. Het dorp telt meer van dergelijke huizen. Ze staan stuk voor stuk op breken, maar leunend op elkaars schouders blijven ze overeind.
Een wandeling door het dorp, op het trage tempo van de Cilento, onthult de kleine bijzonderheden die een verblijf in deze streek zo mooi maken. Boven scheefhangende deuren herinneren familiewapens aan betere tijden. Ook enkele prachtige deurkloppers laten zien dat Vatolla ooit een florerend dorp was. Tot de kleinschalige landbouw het moeilijk kreeg en de jonge mensen wegtrokken naar verre steden en vreemde landen.
De huidige stilte is weldadig en spannend tegelijk. Ogen die achter ramen en deuren verborgen gaan, volgen de bezoeker op de voet. Alsof de bewoners elkaar gewaarschuwd hebben voor de vreemdelingen op hun terrein. In de achteraf gelegen straatjes wordt het zelfs een beetje griezelig. Zeker als er een donkere gestalte uit een nis tevoorschijn komt. Een warm bon giorno haalt de spanning uit de lucht.
De Cilento ontwaakt langzaam uit een diepe slaap. Stukje bij beetje wordt de streek ontdekt door reizigers die de schoonheid van de Amalfikust zoeken, maar dan zonder de drukte, die authentieke badplaatsjes zoeken die nog niet zijn bezweken onder de mode van loungen en harde muziek, en die een vleugje zuidelijk landschap willen zonder file te rijden van 13de-eeuws kapelletje naar 16de-eeuwse fresco.
De streek staat bij Unesco op de lijst van werelderfgoed én van biosfeerreservaten. Niet dat alles er schilderachtig en authentiek is of dat de tijd er heeft stilgestaan, maar de Cilento is beslist meer zichzelf gebleven dan de meeste Italiaanse streken met een mooie kustlijn en uitnodigend achterland. Bovendien kun je er heerlijk en goedkoop eten in restaurantjes waar mamma achter het fornuis staat, maar daarover later meer.
Eerst is daar de toegangspoort tot de Cilento: de opgravingen van Paestum, waar het voor de meeste Italiëgangers ophoudt en voor de kenners begint. Het is een plek die je niet mag overslaan. Vooral vanwege de drie supertempels die er nog altijd staan.
Het is het decor zoals dat door Disney bedacht zou kunnen zijn. Je hebt weinig fantasie nodig om je een voorstelling te kunnen maken van de Griekse en later Romeinse stad met straten, pleinen, huizen, tempels, theater, basiliek en de lange stadsmuur.
Tot in de 18de eeuw is er nauwelijks naar deze unieke plek omgekeken. De tempels werden alleen gebruikt als baken voor de scheepvaart. Maar de herontdekking door schrijvende reizigers zorgde voor de kentering. Grote delen van de onder zand verdwenen stad werden opgegraven en Paestum, dat in de Griekse tijd Poseidonia werd genoemd, trok al snel bezoekers vanuit de hele wereld.
Dankzij de tempels en zuilen loop je er met het hoofd in de nek: hoe hebben ze die reusachtige stenen ooit zo mooi op maat kunnen zagen, hoe hebben ze die zo perfect op elkaar kunnen stapelen en hoe is het mogelijk dat het reliëf in daken en pilaren zo netjes doorloopt, terwijl ze destijds geen moderne liften, hijskranen en meetapparatuur hadden?
Heerlijk wandel je er over antieke wegen, waar de stenen glimmen van de miljoenen voetstappen die er voorgingen. Op sommige vloeren liggen nog machtige mozaïeken. In stenen die argeloos verspreid liggen, staan de mooiste figuren gebeiteld. Velden vol bloemen, olijfbomen en dennenbomen in parasolvorm maken het Mediterrane plaatje compleet. En wie de zwoele wind goed opsnuift, ruikt de zee.
Hoewel de vergelijking met de spectaculair steile Amalfikust niet helemaal klopt, is de kustlijn van de Cilento wel van grote schoonheid. De weg krult langs het water. Soms ligt het asfalt pal aan zee, dan weer balanceert het op een balkon, hoog boven het blauw.
In juli en vooral augustus kan het er druk zijn, want als de bewoners van Napels en Salerno vakantie hebben, weten zij de mooie plekken wel te vinden. Buiten die maanden heerst de rust en sluimert de kust zoals hij al eeuwen doet.
De aantrekkingskracht van het hart van de Cilento zit ‘m juist in kleine dingen, zoals het verzonken stadje bij Punta Licosa, het waanzinnige uitzicht op de kust vanuit Pollica, het middeleeuwse centrum van Pisciotta, het verlaten dorp Roscigno of de grotta azzurra bij het badplaatsje Palinuro.
Zoals zoveel streken die lang in de schaduw hebben geleefd, kent ook de Cilento zijn keerzijdes. Bij gebrek aan geld is de meeste nieuwbouw van de lelijkste soort: rechttoe rechtaan beton. Maar gelukkig is er daar niet zoveel van.
Bovendien is het landschap sinds 1991 beschermd, waardoor onder meer een nieuwe kustweg tussen Marina di Camerota en Sapri werd verhinderd. Het is nu een van de laatste onaangetaste stukken kustlijn van het Italiaanse vasteland, met niet alleen zeldzame bloemen en planten, maar ook otters en wolven. Vanuit Marina di Camerota kun je met de boot langs deze natuurpracht naar de verscholen baai Cala degli Infreschi.
Het strand is er, zoals overal in de Cilento, een Italiaanse aangelegenheid. In de vakantie en op zondag strijken er hele families neer. Groot in aantal en geluid. Oma voert vanuit haar stoel onder de parasol de regie, terwijl de kleinkinderen over het strand wervelen. Vaders en moeders, druk in de weer met het verzorgen van eten en drinken, springen om de vijf minuten omhoog om weer ergens een brand te blussen en de lievelingsoom probeert met rood hoofd en bezweet T-shirt de kids uit te pingelen alsof hij nog geselecteerd moet worden voor het Italiaans elftal.
Agrópoli is een van de grotere plaatsen, maar het toerisme speelt er een bescheiden rol. In de oude binnenstad op en rond de heuvel regeert het dorpsleven. In de nauwe steegjes wappert de schone was boven je hoofd en op straat rennen de kinderen rond. Enkele oude palazzo’s proberen de schijn op te houden, maar hebben hun glans verloren.
En dan, dan is er plotseling een doorgang en een pleintje met uitzicht op zee. Het is dé plek voor een glas wijn en een salade met mozzarella di bufala, de supermozzarella van waterbuffels die grazen in de laagvlakte tussen Salerno en Paestum. Lekkerder kun je het niet krijgen.
Hoewel, dat mag je nooit zeggen in een streek waar goed eten belangrijker is dan een nieuwe auto, een flatscreen of een jurkje van D&G. Alsof iemand de stekker uit de Cilento trekt, zo valt het leven er rond het middaguur stil. Iedereen gaat naar huis om te eten. En voor wie thuis te ver weg is, zijn er tal van betaalbare restaurants te vinden waar zalige gerechten worden geserveerd.
Zoals aan het strand van Lentiscelle bij Marina di Camerota, waar de weg eindigt en een onooglijk terras nauwelijks uitnodigt. Maar als de reiziger vermoeid is, dan zijn de eisen niet meer zo hoog. Zodra het terras van Lo Taverne wordt betreden en een gammel tafeltje is uitgezocht, verschijnt de familiebrigade: tante tovert de tafel om in een culinaire etalage met mooi linnen en serviesgoed, zoon neemt de bestelling van het drinken op en dochter adviseert bij het uitkiezen van de lunch.
In de barak achter het terras kan nauwelijks een mooie keuken schuilgaan, maar op wat er een half uur later op tafel komt, kan menig sterrenkok jaloers zijn. Zelden zo lekker pasta gegeten, voorzien van zeevruchten en de regionale saus die op een speciale manier uit sardientjes wordt gemaakt.
Op de vraag wie er zo fantastisch kookt, komt het antwoord dat hier in het zuiden van Italië voor de hand ligt: la mamma!
Cilento Droomhuizen biedt u unieke objecten aan.
U vindt deze nergens anders!